Onzichtbare spreker

De opening van een urban festival liet zien hoe moeilijk sprekers het hebben en hoe makkelijk het beter kan.

Een hippe loods, een grote menigte, kraampjes met hapjes en drankjes en ergens – onzichtbaar voor de genodigden – een spreker die het openingswoord uitsprak. Met microfoon waardoor iedereen de woordenbrij kon horen. Zonder verhoging en spotlight, zodat nagenoeg niemand de bron van de woordenstroom kon zien.

Bij gebrek aan een richt- en zichtpunt gingen aanwezigen snel over tot onderonsjes. De speech bevatte ook niets waardoor het publiek de oren spitste. De wethouder die de openingshandeling zou verrichten, stond er bij en keek er geduldig naar.

Hoeveel beter zou het niet zijn geweest als de spreker in kwestie voor iedereen zichtbaar was (gewoon op een podium), kort de toedracht van het festival had verwoord en een feestelijk slotakkoord had geslagen?

Dat het vaak zo gaat – onzichtbare spreker die al improviserend niet van ophouden weet – ligt misschien aan het idee dat je je als spreker niet belangrijk wilt voordoen. Geen spreekgestoelte, geen belichting, geen podium want dat schept maar afstand; standsverschil. Dat is een populaire misvatting.

Als je op het podium staat en het woord voert, gaat het helemaal niet om jou. Het gaat om de mensen die je wilt bereiken en dat vereist dat je het hen makkelijk maakt. Goed te zien, duidelijk te verstaan, makkelijk te volgen. Ben je daartoe niet bereid, doe er dan het zwijgen toe.

Tip

Als je ‘ja’ zegt tegen een optreden, overwin dan ook je schroom om de spreeksituatie naar je hand te zetten. Luister niet naar de stem die zegt: ‘Je beeldt je heel wat in, diva!’ Richt je aandacht liever op je publiek. Dat wil niet afgeleid raken door bijzaken, maar – als je er dan toch staat – jou zien, horen en begrijpen.