De première van een, zo bleek, intrigerende documentaire. De avond begint moeizaam. De zaal is al verduisterd. De dagvoorzitter worstelt met het geluid. Hij laat de luide zoem voor wat het is. Vanwaar die haast, vraag je je af. Hij duikt direct de materie in en licht het programma niet toe. Tot ieders verbazing volgt een gastspreker in plaats van de documentaire.
Richting aangeven
Het is een hardnekkig misverstand: dat het saai of zwak is in het begin van een speech te vertellen wat je publiek kan verwachten. Niets is minder waar natuurlijk. Richting aangeven doe je overigens niet meteen. Maar wel direct na een frisse opening waardoor je publiek zin krijgt in je verhaal.
Waarom die haast?
De opening van de tentoonstelling van werk van een groots kunstenaar. Een volle zaal. Een sfeer van zien en gezien worden. Iedereen zit. En wacht. Een man staat achter het katheder. En begint met spreken.
Dieet van stijlfiguren
Een speelse manier om je repertoire aan taalvormen te vergroten is jezelf op een dieet te zetten van stijlfiguren. Net zoals je jezelf kunt dwingen elke dag de literfles water leeg te drinken of een extra schep groenten of stuk fruit te verorberen, gaat het bij het dieet van stijlfiguren ook om verplichte kost. Met een dagelijkse hoeveelheid redekunstig voedsel, verbeter je de conditie van je toespraken.
TED-syndroom
Vaste prik: opwellende tranen weg knipperen en glimlachen van voldoening. Dat overkomt me als ik TED*-talks bekijk.
Het merendeel van de sprekers raakt me. Met een idee, ontboezeming of appel op mijn gevoel voor schoonheid of rechtvaardigheid. Ook de moed en kwetsbaarheid die ik zie en hoor, grijpen me. Net als de diepe overtuiging waar de verhalen uit voortkomen.
Wat zegt ik?
‘Ik mag (of wil) geen ‘ik’ gebruiken’, vertellen speechschrijvers en sprekers me af en toe. In mijn ogen is dat een paradoxale richtlijn.
Waar komt het verbod op het ‘I-woord’ vandaan? En waarom mag de eerste persoon enkelvoud juist niet ontbreken in het vocabulaire van de spreker? Ik zocht, vond en deel de antwoorden. Een uitgebreid relaas. Onder ‘Tip’ vermeld ik mijn bronnen.
Speech top-10
‘Kun je spreken in het openbaar leren?’ en ‘Wie vind jij een goede spreker?’ Die vragen worden me vaak gesteld. Nu legendarische speeches onderwerp zijn van een nieuwe serie op radio en tv, moet ik mijn antwoord zeker klaar hebben.
De eerste vraag beantwoord ik met een volmondig ‘ja’. En illustreer ik aan de hand van cliënten die hun schroom overwonnen en vaak teruggevraagd worden. De tweede vraag brengt me in verlegenheid. Natuurlijk kan ik een lijstje klinkende namen noemen. Maar waar het om gaat is hoe je ‘goed’ definieert.
Eenzaam op podium
‘Maar hoe maak je oogcontact met publiek dat je niet kunt zien?’, vroeg een ervaren spreker. Hij voegde eraan toe dat hij zich – uitgelicht op een immens podium in een stikdonkere zaal – verschrikkelijk alleen voelde. Hij keek in een angstaanjagend zwart gat. En sprak ertegen.
Schat aan speeches
Bij afstudeerceremonies aan Amerikaanse universiteiten wordt vaak een beroemdheid uitgenodigd zijn of haar licht te laten schijnen op dit draaipunt in een mensenleven. De ‘commencement speech’ (van begin of intrede) is het inspirerende genre waarin sprekers de overgang markeren van studie naar maatschappelijke status.
TED coach tips
In ‘TED-syndroom’ schreef ik over sprekers die zonder inspanning totaal ontspannen de show willen stelen. Ik vermoedde dat deze leerwens ontstaat door het ogenschijnlijk gemak waarmee TED-talkers hun verhalen vertellen.